vrijdag 8 februari 2008
woensdag 6 februari 2008
Connectivisme
Educause ELI 28 januari 2008
George Siemens
Connectivisme: Rethinking Curriculum, Knowledge & Learning
George Siemens heeft het connectivisme geïntroduceerd. De toenemende complexiteit, onder andere veroorzaakt door de informatie-explosie, was voor Siemens de aanleiding om ´leren´opnieuw te overdenken. Complexiteit is onvoorspelbaar net als het weer. Inspiratiebronnen waren voor hem onder meer het werk van Thomas Kuhn (conceptueel) en Freeman Dyson (tool-driven).
Siemens zoomde in zijn presentatie in op ´collective intelligence´, een begrip dat ook in het Horizon report 2008 terugkomt. Het gaat hier om ´embedded knowledge´ kennis die in groepen van individuen en netwerken ontstaat en snel getraceerd kan worden. Hij noemde als voorbeeld de WHO die nieuwe ziekten snel kunnen opsporen en virussen kunnen determineren vanwege hun uitgebreide netwerken. De netwerken kunnen zich op verschillende niveaus afspelen: neurale netwerken, conceptuele netwerken, fysieke netwerken en externe netwerken (buiten). Nieuwe tools geven ons de mogelijkheden om netwerken te vormen denk aan bijvoorbeeld wiki´s en blogs. Ook heeft iedereen ´heroes´ die hij in het netwerk kan inbrengen. Volgens Siemens worden netwerken in het onderwijs nog onvoldoende begrepen.
In het connectivisme wordt kennis gezien als proces en resultaat van netwerken. Leren is verbinden en creëren. Het onderwijs heeft als taak om systematische input te leveren zodat lerenden netwerken kunnen vormen. De taxonomie die onderwijs daarbij kan hanteren is een ´connecting taxonomie´ die bestaat uit:
1. bewustwording (awareness and receptivity)
2. verbindingen vormen (blogs, wiki´s, faceboek)
3. bijdragen leveren/betrokkenheid
4. patroonherkenning
5. betekenis geven
6. praxis
7. reflectie
Volgens Siemens is het curriculum in netwerken voortdurend aan verandering onderhevig (create, co-create en recreate) en zal het curriuculum steeds opnieuw gevalideerd worden. Dat gebeurt niet meer op de klassieke manier maar vindt plaats door middel van de ´fifth estate´. Dit begrip is afkomstig van William Dutton en wil zeggen dat door kritische participanten in het netwerk, met behulp van internet en nieuwe tools, controle en correctie plaatsvindt. Je kunt dit al zien aan de snelle reactie op blogs (!!) en de vorming van wiki´s.
George Siemens
Connectivisme: Rethinking Curriculum, Knowledge & Learning
George Siemens heeft het connectivisme geïntroduceerd. De toenemende complexiteit, onder andere veroorzaakt door de informatie-explosie, was voor Siemens de aanleiding om ´leren´opnieuw te overdenken. Complexiteit is onvoorspelbaar net als het weer. Inspiratiebronnen waren voor hem onder meer het werk van Thomas Kuhn (conceptueel) en Freeman Dyson (tool-driven).
Siemens zoomde in zijn presentatie in op ´collective intelligence´, een begrip dat ook in het Horizon report 2008 terugkomt. Het gaat hier om ´embedded knowledge´ kennis die in groepen van individuen en netwerken ontstaat en snel getraceerd kan worden. Hij noemde als voorbeeld de WHO die nieuwe ziekten snel kunnen opsporen en virussen kunnen determineren vanwege hun uitgebreide netwerken. De netwerken kunnen zich op verschillende niveaus afspelen: neurale netwerken, conceptuele netwerken, fysieke netwerken en externe netwerken (buiten). Nieuwe tools geven ons de mogelijkheden om netwerken te vormen denk aan bijvoorbeeld wiki´s en blogs. Ook heeft iedereen ´heroes´ die hij in het netwerk kan inbrengen. Volgens Siemens worden netwerken in het onderwijs nog onvoldoende begrepen.
In het connectivisme wordt kennis gezien als proces en resultaat van netwerken. Leren is verbinden en creëren. Het onderwijs heeft als taak om systematische input te leveren zodat lerenden netwerken kunnen vormen. De taxonomie die onderwijs daarbij kan hanteren is een ´connecting taxonomie´ die bestaat uit:
1. bewustwording (awareness and receptivity)
2. verbindingen vormen (blogs, wiki´s, faceboek)
3. bijdragen leveren/betrokkenheid
4. patroonherkenning
5. betekenis geven
6. praxis
7. reflectie
Volgens Siemens is het curriculum in netwerken voortdurend aan verandering onderhevig (create, co-create en recreate) en zal het curriuculum steeds opnieuw gevalideerd worden. Dat gebeurt niet meer op de klassieke manier maar vindt plaats door middel van de ´fifth estate´. Dit begrip is afkomstig van William Dutton en wil zeggen dat door kritische participanten in het netwerk, met behulp van internet en nieuwe tools, controle en correctie plaatsvindt. Je kunt dit al zien aan de snelle reactie op blogs (!!) en de vorming van wiki´s.
dinsdag 5 februari 2008
Onderzoek naar Metacognitie ELI San Antonio
Marsha C. Lovett , Research Professor Carnegie Mellon University.
Eberly Center for Teaching Excellence Associate
Hoe kunnen we studente helpen om succesvolle leerders te worden? Volgens Marsh Lovett heeft het zin om meer aandacht voor metacognitie , het denken over eigen denkprocessen en strategieën, te hebben. Docenten hebben vaak onvoldoende kennis of besteden onvoldoende aandacht aan dit thema terwijl onderwijs in metacognitie het leerproces verbetert. Het gaat dan om interventies die gemakkelijk in het onderwijs ingebouwd kunnen worden, die weinig kosten en een grote impact hebben op leerprocessen. Haar advies was dan ook : geef studenten feedback op hun studiestrategie, niet alleen op de inhoud. In haar voordracht werden recente onderzoeksresultaten gepresenteerd. Ze heeft daarin de effecten van interventies onderzocht aan de hand van experimentele designs (met behulp van controlegroepen).
Studenten blijken vaak vaste overtuigingen te hebben over leren bijvoorbeeld leren moet snel en gemakkelijk gaan in plaats van hard werken voor resultaat. Ook wordt nogal eens gedacht dat goed kunnen leren aangeboren is in plaats van een vermogen dat je kunt ontwikkelen. In de onderzoeksopzet is van het volgende denkraam gebruikt:
beliefs -> learning goals & self-efficacy -> productive strategy -> learining performance gains
Een paar onderzoeken:
Aan de Stanford University werd een programma van 8 weken ontwikkeld waarin twee vergelijkbare groepen eerstejaars studenten aan verschillende interventies werden blootgesteld. De studenten uit de ene groep volgden een aantal workshops met de metacognitieve training ´the brain as a muscle´ en de andere groep kreeg een geheugentraining aangeboden. Resultaat: Op korte termijn veranderde de ´beliefs´ van studenten positief in de metacognitieve groep. Op lange termijn werd vastgesteld dat in de metacognitieve trainingsgroep de ´beliefs´ van studenten blijvend waren veranderd, dat de motivatie hoger was en dat er betere resultaten werden geboekt bij tentamens.
In een ander onderzoek werd het ´plannen´van studenten onder de loep genomen. Er is nagegaan hoe studenten plannen en wat hen beïnvloedt bij planning. Er zijn door middel van de ´talk aloud methode´ gesprekken gevoerd met studenten over hun studieplanning in de vorm van een training van 30 minuten. Ook hier werd gewerkt met een controlegroep. Deze korte training leverde al effect op: de studenten werden effectiever in hun planning: studenten bleken de tijdsinvestering beter in te schatten, eerder verworven kennis te activeren, resultaatgericht te denken en herinnerden zich de doelen. Kortom weinig training kan al behulpzaam zijn.
Volgens Marsha Lovett overschatten veel studenten hun handelen en mogelijkheden. Ze gaf dit grafisch weer in een overzicht waaruit het vertrouwen van studenten in eigen kennis blijkt en de feitelijk gemeten kennis. Uit haar onderzoek blijkt dat studenten bijvoorbeeld slecht zijn in ´selfmonitoring´ (planning en studiestrategie). Zij onderzocht het effect van ´wrappers´ bijvoorbeeld de ´homeworkwrapper´. Hoe werkt dat? Studenten beantwoorden zelfassessmentvragen over studievaardigheden voordat ze met huiswerk beginnen. Na afloop vindt opnieuw een zelfassessment plaats en worden conclusies getrokken. Dit is een ´quick and dirty´ methode waardoor studenten in staat zijn hun studiestrategie te analyseren. In onderzoek met een experimenteel design onder 1e jaars studenten bleek dat de interventiegroep beter scoorde ten aanzien van zelfinschatting en zelfvertrouwen. Studenten die de ´examwrappers´ gebruikten besteedden meer tijd aan de voorbereiding op de examens en bovendien leidde de ´wrappermethodiek´ tot nieuwe studiestrategieën. Haar devies is om de monitoring structureel in het onderwijs op te nemen.
Eberly Center for Teaching Excellence Associate
Hoe kunnen we studente helpen om succesvolle leerders te worden? Volgens Marsh Lovett heeft het zin om meer aandacht voor metacognitie , het denken over eigen denkprocessen en strategieën, te hebben. Docenten hebben vaak onvoldoende kennis of besteden onvoldoende aandacht aan dit thema terwijl onderwijs in metacognitie het leerproces verbetert. Het gaat dan om interventies die gemakkelijk in het onderwijs ingebouwd kunnen worden, die weinig kosten en een grote impact hebben op leerprocessen. Haar advies was dan ook : geef studenten feedback op hun studiestrategie, niet alleen op de inhoud. In haar voordracht werden recente onderzoeksresultaten gepresenteerd. Ze heeft daarin de effecten van interventies onderzocht aan de hand van experimentele designs (met behulp van controlegroepen).
Studenten blijken vaak vaste overtuigingen te hebben over leren bijvoorbeeld leren moet snel en gemakkelijk gaan in plaats van hard werken voor resultaat. Ook wordt nogal eens gedacht dat goed kunnen leren aangeboren is in plaats van een vermogen dat je kunt ontwikkelen. In de onderzoeksopzet is van het volgende denkraam gebruikt:
beliefs -> learning goals & self-efficacy -> productive strategy -> learining performance gains
Een paar onderzoeken:
Aan de Stanford University werd een programma van 8 weken ontwikkeld waarin twee vergelijkbare groepen eerstejaars studenten aan verschillende interventies werden blootgesteld. De studenten uit de ene groep volgden een aantal workshops met de metacognitieve training ´the brain as a muscle´ en de andere groep kreeg een geheugentraining aangeboden. Resultaat: Op korte termijn veranderde de ´beliefs´ van studenten positief in de metacognitieve groep. Op lange termijn werd vastgesteld dat in de metacognitieve trainingsgroep de ´beliefs´ van studenten blijvend waren veranderd, dat de motivatie hoger was en dat er betere resultaten werden geboekt bij tentamens.
In een ander onderzoek werd het ´plannen´van studenten onder de loep genomen. Er is nagegaan hoe studenten plannen en wat hen beïnvloedt bij planning. Er zijn door middel van de ´talk aloud methode´ gesprekken gevoerd met studenten over hun studieplanning in de vorm van een training van 30 minuten. Ook hier werd gewerkt met een controlegroep. Deze korte training leverde al effect op: de studenten werden effectiever in hun planning: studenten bleken de tijdsinvestering beter in te schatten, eerder verworven kennis te activeren, resultaatgericht te denken en herinnerden zich de doelen. Kortom weinig training kan al behulpzaam zijn.
Volgens Marsha Lovett overschatten veel studenten hun handelen en mogelijkheden. Ze gaf dit grafisch weer in een overzicht waaruit het vertrouwen van studenten in eigen kennis blijkt en de feitelijk gemeten kennis. Uit haar onderzoek blijkt dat studenten bijvoorbeeld slecht zijn in ´selfmonitoring´ (planning en studiestrategie). Zij onderzocht het effect van ´wrappers´ bijvoorbeeld de ´homeworkwrapper´. Hoe werkt dat? Studenten beantwoorden zelfassessmentvragen over studievaardigheden voordat ze met huiswerk beginnen. Na afloop vindt opnieuw een zelfassessment plaats en worden conclusies getrokken. Dit is een ´quick and dirty´ methode waardoor studenten in staat zijn hun studiestrategie te analyseren. In onderzoek met een experimenteel design onder 1e jaars studenten bleek dat de interventiegroep beter scoorde ten aanzien van zelfinschatting en zelfvertrouwen. Studenten die de ´examwrappers´ gebruikten besteedden meer tijd aan de voorbereiding op de examens en bovendien leidde de ´wrappermethodiek´ tot nieuwe studiestrategieën. Haar devies is om de monitoring structureel in het onderwijs op te nemen.
Presentatie Michael Wesch ELI San Antonio
Presentatie van Michael Wesch, Assistant Professor of Cultural Anthropology, Kansas State University, 29 januari 2008 getiteld: ´Human Futures for Technology and Education´
In deze vlotte presentatie maakte Wesch duidelijk dat de digitale informatie technologie enorme implicaties heeft voor het onderwijs en ons dwingt opnieuw na te denken over hoe we leren, hoe we onderwijzen, en wie we onderwijzen. We moeten proberen deze implicaties beter te begrijpen. Volgens Wesch verschuift het accent van onderwijzen naar leren. Het gaat daarbij steeds minder om inhoudelijk vastliggende kennisgebieden maar om vloeiende kennis, datgene wat wij er van maken. Daardoor ontstaat ´collective intelligence´, expliciete kennis die opnieuw wordt geformuleerd door kritische outsiders (bijvoorbeeld door wikipedia) en impliciete kennis in netwerken. Hij launchte op dag van deze presentatie het volgende filmpje
http://nl.youtube.com/watch?v=NLlGopyXT_g&feature=related
Idee: een geweldige spreker voor de onderwijsdag.
In deze vlotte presentatie maakte Wesch duidelijk dat de digitale informatie technologie enorme implicaties heeft voor het onderwijs en ons dwingt opnieuw na te denken over hoe we leren, hoe we onderwijzen, en wie we onderwijzen. We moeten proberen deze implicaties beter te begrijpen. Volgens Wesch verschuift het accent van onderwijzen naar leren. Het gaat daarbij steeds minder om inhoudelijk vastliggende kennisgebieden maar om vloeiende kennis, datgene wat wij er van maken. Daardoor ontstaat ´collective intelligence´, expliciete kennis die opnieuw wordt geformuleerd door kritische outsiders (bijvoorbeeld door wikipedia) en impliciete kennis in netwerken. Hij launchte op dag van deze presentatie het volgende filmpje
http://nl.youtube.com/watch?v=NLlGopyXT_g&feature=related
Idee: een geweldige spreker voor de onderwijsdag.
zaterdag 2 februari 2008
Bezoek aan Texas Women's University
Let op: alvast een kort begin. Het bedoelde verslag volgt SNEL.
Zie hun motto!
In het gesprek kwamen veel uitspraken en voorbeelden naar voren die gericht waren op het ondersteunen, faciliteren, informeren en toerusten van hun docenten. Ze hadden dat deel goed op orde. We hebben hier weer wat dingen uitgehaald waar we morgen mee beginnen (een eLearning info Wiki bijvoorbeeld; denk er maar alvast over na).
Hun 100% eLearning onderwijs (beter hun distance learning) heeft er voor gezorgd dat ze in en paar jaar tijd gegroied zijn van 8.000 studenten naar 12.000 (waarvan dus ruimt 90% vrouw, waarvan weer erg veel ook nog werkend en moeder).
De baas deed aan het einde van de middag zomaar tussen neus en lippen door een uitspraak die hun drive weerspiegelt:
Our goal: "make faculty succesfull"
Enkele sfeerbeelden van een opmerkelijke lege campus ('s avonds toe we vertrokken was het al weer drukker).
Maar goed: ook dit is de US .... zelfs eigen politie!
Zie hun motto!
In het gesprek kwamen veel uitspraken en voorbeelden naar voren die gericht waren op het ondersteunen, faciliteren, informeren en toerusten van hun docenten. Ze hadden dat deel goed op orde. We hebben hier weer wat dingen uitgehaald waar we morgen mee beginnen (een eLearning info Wiki bijvoorbeeld; denk er maar alvast over na).
Hun 100% eLearning onderwijs (beter hun distance learning) heeft er voor gezorgd dat ze in en paar jaar tijd gegroied zijn van 8.000 studenten naar 12.000 (waarvan dus ruimt 90% vrouw, waarvan weer erg veel ook nog werkend en moeder).
De baas deed aan het einde van de middag zomaar tussen neus en lippen door een uitspraak die hun drive weerspiegelt:
Our goal: "make faculty succesfull"
Enkele sfeerbeelden van een opmerkelijke lege campus ('s avonds toe we vertrokken was het al weer drukker).
Maar goed: ook dit is de US .... zelfs eigen politie!
bezoek aan St.Philips College in San Antonio
Op 30 januari bezochten we in San Antonio het St. Philips College, een ‘Community College’ dat onlangs de ‘Met life Foudation Award’ kreeg voor haar inspanningen op het gebied van ‘student engagement’ en ‘student retention’. We spraken met Luis Lopez (learningcentre), Burton Crow (bestuurdlid en onderzoeker), Audrey Mosley (Informatie technologie) en de vice president Pat Candia. Dit College is van oorsprong een zwarte (meisjes)school en heeft nog steeds een cultureel zeer diverse instroom. Het College is ten aanzien van retentie en engagement succesvol als gevolg van een aantal specifieke maatregelen. Eén daarvan is het AIR programma oftewel ‘Advisory in Residence Program’. Sinds 2003 worden ‘advisors’ (counselors, advisors in residence en faculty advisors) getraind om studenten te helpen bij planning, toetsing, aanvullende cursussen en voorbereiding op examens. Uit onderzoek blijkt dat dit programma een positieve invloed heeft op studiesucces in termen van minder uitval en meer kans op het halen van het diploma. Er is een sterke correlatie aangetoond tussen het programma, bijvoorbeeld de training in academische vaardigheden, en de toename van studentenretentie. Bij de FTIC studenten (First Time in College) studenten is het effect het gootst. Het college doet mee aan de CCSSE (Community College Survey Student Engagement). Dit VS brede opgezette survey wordt jaarlijks afgenomen en wordt gebruikt voor ‘benchmarking’ en niet zozeer om te concurreren met andere community colleges.
Het belangrijkste effect op 'engagement en retentie' wordt toegeschreven aan de persoonlijke betrokkenheid tussen docenten en studenten. Het cultiveren van is de relatie is essentieel. Elke student krijgt de kans relaties op te bouwen met docenten en met elkaar. Er ontstaan op St. Philips College als het ware familiale banden die zich soms ook na de studie voorzetten. Er is dus veel zorg voor de student. Er wordt momenteel geëxperimenteerd met learning communities (virtueel). De ondersteuning is decentraal georganiseerd. Zowel op het gebied van financiën, kinderopvang, on-line cursussen (bijvoorbeeld wiskunde en ‘critical thinking’) worden studenten op maat ondersteund. Computerprogramma’s worden ingezet om studenten te helpen bij de zelfregulering van de studie en het monitoren van hun inzet. Zodra studenten bijvoorbeeld te weinig uren aan hun studie besteden wordt dat computergestuurd gesignaleerd. Kansarme studenten met bijvoorbeeld weinig financiële support en andere problemen krijgen op St. Philips College de mogelijkheid om te studeren en eventueel applicatieprogramma’s te volgen (transferprogramma) om door te stromen naar gerenommeerde universiteiten (die overigens 10% van hun studenten van community colleges moeten aannemen zonder specifieke toelatingseisen ). De federale overheid zorgt voor financiële middelen van de studenten ($2000 per jaar). Kortom een college met veel specifieke aandacht voor de achtergrond van studenten, met een emancipatorische functie voor met name 1e generatie studenten, met een persoonlijke benadering, met systematisch onderzoek naar het effect van hun inspanningen ten aanzien van retentie en engagement.
vrijdag 1 februari 2008
Plaatjes bezoek University of Texas
Vandaag hebben we een bezoek gebracht aan het Learning Center van de University of Texas in Austin. Hier eerst een plaatje van de drukte op de campus.
Drop-in tutoring wordt door het Learning Center ingezet als hulp voor studenten met problemen in "moeilijke" vakken als wiskunde.
In gesprek met de leiding van de tutoring afdeling.
Op de foto met de director van het Learning Center Alan Constant.
Studenten aan het werk op de gang.
De slogan van het Learning Center "Survive, Succeed, Excel" verbeeld aan de hand van een soort ganzenbord, waarin de rol van het Learning Center wordt uitgebeeld.
Drop-in tutoring wordt door het Learning Center ingezet als hulp voor studenten met problemen in "moeilijke" vakken als wiskunde.
In gesprek met de leiding van de tutoring afdeling.
Op de foto met de director van het Learning Center Alan Constant.
Abonneren op:
Posts (Atom)