zondag 28 november 2010

Vanaf woensdag 1 december: Online Educa Berlin 2010

À.s. woensdag, 1 december, gaat het jaarlijkse event OEB weer van start. De komende dagen vertrekken een aantal collega's naar Berlijn om zich te laten inspireren door keynote-sprekers en andere presentatoren uit vooral de verschillende Europese landen, aangevuld met enkelen van nog wat verder weg. Ook onze collega Eky Fioole zal op vrijdag 3 december een presentatie verzorgen!
De komende dagen zal ik proberen jullie, samen met de andere aanwezige collega's, op de hoogte te houden van de meest inspirerende en interessante ervaringen tijdens de OEB.

dinsdag 29 juni 2010

Kunnen, willen en doen, daar komt het op neer.
Op maandag 21 juni was de eerste bijeenkomst van de zogenoemde 'summercourse', een aantal bijeenkomsten om als medewerkers LIC vertrouwd te raken met Blackboard 9.1. En om uiteindelijk docenten binnen Avans (beter) te kunnen adviseren over gebruik van deze nieuwe versie van Bb vanaf het nieuwe studiejaar.
Omdat ik vanwege een afspraak later op de dag in Den Bosch niet zo erg veel zin had op mijn 'thuiswerkdag' ook 's ochtends nog naar Breda af te reizen, zijn we op zoek gegaan naar andere mogelijkheden om toch 'mee te doen' met deze eerste bijeenkomst.

Wat kan er?
Op een 'officiële' Avans-locatie kun je dan natuurlijk gebruik maken van videoconferencing, maar ik zat gewoon thuis in Capelle a/d IJsel en de rest van de groep ergens in een lokaal aan de Hogeschoollaan in Breda. Wat ligt dan voor de hand? Skype! Dat kan ook, dus zo gezegd zo gedaan.
Wat wilden we?
Ik wilde graag meedoen en de rest van de groep vond het wel leuk (denk ik) om mij er ook bij te hebben.
Wat hebben we gedaan?
Aan beide zijden een laptop met Skype en een simpel (ingebouwd) webcammetje, en een videogesprek geopend (Eky en ik). Aan de Bredase kant is de laptop af en toe wat gedraaid zodat ik zowel de stukjes presentatie als een deel van de discussies kon volgen. Ik kon aan mijn kant de groep volgen en tegelijkertijd in mijn eigen huiskamer genieten van een heerlijke Nespresso en (!) af en toe een sigaret.

Wat waren mijn ervaringen?
In ieder geval heb ik kunnen volgen waar het over ging, ik heb de start meegemaakt en ik heb de opdracht die de deelnemers in Breda kregen ook uitgevoerd. Nadeel was dat discussies in Breda door de niet al te beste geluidsverbinding niet echt (woordelijk) te volgen waren. Maar het belangrijkste effect voor mij was toch dat ik tegen de middagpauze het gevoel had er echt bij geweest te zijn.

Conclusie: ondanks enige nadelen een prima en vooral heel simpele manier om op afstand bijeenkomsten te volgen. Doen dus!



- Posted using BlogPress from my iPad

maandag 14 juni 2010

Peermentoring en Peertutoring

De 17e Edineb conferentie met als tema ' Crossing borders in Education and Work-based Learning' vond plaats van 9 tot 11 juni 2010 aan de Thames Valley University in London. Wilma en Marieke verzorgden voor een groep van ongeveer 25 mensen een presentatie over peermentoring en peertutoring binnen Avans. In de discussie werd enthousiast gereageerd, vooral op de resultaten die werden geboekt ("amazing, impressive"). Gevraagd werd ook om de onderbouwing en data verder uit te werken. Marieke en Wilma: zit er een mooi artikel over dit onderwerp in?

woensdag 9 juni 2010

EDiNEB conference juni 2010

Woensdag 9 juni

Net te laat gearriveerd (het opgegeven adres klopte niet), toch nog een deel van de Key Note kunnen volgen van Jackie Alcade Marr "corporate learning and social media meet the Net-generation vs. lifelong learning.

Daarna de eerste parallelsessie, met 3 presentaties achter elkaar. De meest interessante ging over diversiteit. Vanaf 2000 wordt in Frankrijk veel aandacht besteed aan dit onderwerp (veel nieuwe wetgeving, adviesrapporten ed). Roept bij ons de vraag op hoe wij binnen Avans omgaan met diversiteit en doen we ook wat we pretenderen?

Na de presentatie van Wilma en Marieke het volgende bericht.

maandag 1 maart 2010

Het nieuwe professionaliseren

‘Onderwijskundige professionals’, zo luidt de titel van de externe blog, die ik met andere alumni deel. Net afgestudeerd, en dus de kennis (verworven in hoorcolleges, werkgroepen, hier en daar voorzichtig een forumdiscussie op Bb, boeken, het maken van opdrachten, reflectie) vers in het hoofd… Maar in de huidige kennismaatschappij veroudert kennis snel. Hoe zorg je dat je een professional blijft?

Na veel positieve reacties van mijn LIC-collega's (en op speciaal verzoek) dan ook op deze plek de door mij beschreven voorbeelden uit de beroepspraktijk als consultant bij het Leer- en Innovatiecentrum (LIC) van Avans Hogeschool:

Twitter. In 140 tekens geef je bijvoorbeeld weer waar je je mee bezig houdt of welke vraag je hebt, welke succeservaring je hebt meegemaakt of juist welke frustratie. Op die manier blijf je op de hoogte van waar je collega’s mee bezig zijn en wat bijvoorbeeld onderwijsgoeroes, onderwijsinstellingen en politiek te melden hebben. 140 tekens om te professionaliseren… is dat niet erg kort? Ja, maar de meerwaarde zit natuurlijk in de discussies die hierop volgen, het verder lezen in een blog of artikel, of andere activiteiten of contacten die hieruit voortkomen. Zonder twitter zou ik bijvoorbeeld niet weten dat die ene collega naar een Blackboard-congres is geweest, en zou ik hem daar dus ook niet naar vragen.

Een meer klassiek voorbeeld: face-to-face bijeenkomsten. Elke week is er een ochtend ingeroosterd voor kennisdeling. Bijvoorbeeld de innovatieochtend, waarop één van de teams binnen het LIC een hot item in zijn vakgebied kan presenteren, en de implicaties voor onze school. Dat dan wel weer vermengd met nieuwe media, tijdens zo’n bijeenkomst twittert een aantal collega’s er lustig op los: directe reflectie op waar we mee bezig zijn.

Een ander voorbeeld van de wekelijkse ochtendbijeenkomsten is de intervisie. In een klein groepje komen we bij elkaar om uit te wisselen over onze successen en ‘beren op de weg’. Vaak is een casus van een van de groepsleden leidend voor het gesprek en geeft die casus aanleiding voor uitstapjes naar allerlei aspecten van het werk van de consultant.

Sinds deze week probeer ik met mijn intervisiegroepje een nieuwe methode uit: het scrummen. “Scrummen? Dat komt toch uit rugby?” was een reactie die ik afgelopen weekend hoorde. Dat klopt! Scrummen in rugby is je met een groep sterk maken om je een weg naar de bal te banen. Scrummen voor professionals betekent voor ons het dagelijks delen van onze bezigheden (successen, zorgen, vragen, etc.) en reageren op de bezigheden en vragen van groepsgenoten. Om vervolgens in de ‘Big Scrum’, tijdens de intervisiesessie, onbeantwoorde vragen en tendensen te bespreken. Het dagelijkse delen doen we in een afgeschermde blog, waarin we een ervaring van de dag van gisteren beschrijven, de voornaamste activiteit van de dag van vandaag en zorgen (of vragen, uitdagingen, …) die we daarbij hebben. Via die blog kunnen we ook op elkaar reageren, maar je kunt elkaar natuurlijk ook opzoeken of even bellen. Zoals gezegd zijn we pas net onderweg, dus de effectiviteit moet zich nog uitwijzen…

Congresbezoek is bij ons ook een belangrijke manier om te professionaliseren. Nationale en internationale congressen bezoeken om te leren van de ervaringen van anderen, of om zelf het podium te pakken en onze eigen ervaringen te delen. En ook hier worden nieuwe media ingezet, bijvoorbeeld het volgen van congressessies vanuit je luie stoel via live streams en reacties via twitter.

Bloggen. Zelf blogs schrijven en blogs van anderen volgen. Bijvoorbeeld over congresbezoek, of over de activiteiten en ervaringen met betrekking tot een bepaald expertisegebied zoals e-learning. Schrijven en reageren, uitwisselen. Net als op onze onderwijskundigen-blog eigenlijk.

Professionaliseren is voor mij het voortdurend ontwikkelen in je vakgebied, bij blijven. Welke ontwikkelingen spelen er? En wat heb ik daaraan? Bovendien is het een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van je vakgebied. Continu uitwisselen, nieuwe inzichten delen, geven en nemen. Zowel face-to-face als virtueel. Het nieuwe professionaliseren.

woensdag 27 januari 2010

ELI op afstand ........ een leuke ervaring!

Vorige week vond (van 19 tot 21 januari) de jaarlijkse ELI conferentie plaats in Austin, Texas. Zes van onze Avans-collega’s waren daarbij ook aanwezig. Zelf heb ik (Hanneke van Riel) een deel van de sessies van deze conferentie vanuit Nederland online gevolgd, van huis uit. Een bijzondere ervaring! Te meer omdat ik via Twitter ook tegelijkertijd in contact was met zowel collega’s die live dezelfde sessies bijwoonden in Austin als een collega die ook hier in Nederland de sessies volgde. Met name door het onderlinge Twitter-contact was het net alsof we samen bij dezelfde activiteit aanwezig waren, waarop we elk ons persoonlijk commentaar konden delen, elkaar konden attenderen op verwante artikelen, etc..

Een bijkomend voordeel van het online volgen: meestal werden er twee sessies tegelijk online aangeboden, waarbij je thuis gemakkelijk kon kiezen voor de meest interessante sessie of tussen beide sessies kon schakelen (wat live toch een stuk ingewikkelder is!).

Maar: het grootste voordeel van op deze manier een deel van een conferentie ‘op afstand’ volgen is naar mijn idee toch (naast de financiële voordelen!) dat je met meerdere collega’s op een aardig intensieve wijze kennis kunt nemen (en delen) van interessante presentaties. Voorwaarde is natuurlijk wel dat er een substantieel aanbod is van online aangeboden sessies, wat in dit geval dus zeker het geval was. Deze sessies zijn ook nu na afloop van de conferentie nog on demand te bekijken, maar daarmee mis je natuurlijk de gezamenlijke ervaring en het gevoel van verbondenheid met je collega’s. Naar mijn idee in ieder geval een positieve ervaring die zeker vervolg verdient bij volgende (buitenlandse) conferenties!

Web 2.0 brengt ons dichterbij
Ook ik (AshA Dijkstra) volgde net als Hanneke de ELI conferentie vanuit huis.

Woensdagochtend rond de klok van 7.30 uur check ik mijn twitter berichten. Ik ben benieuwd of er al nieuws is vanuit Amerika. Dat is er zeker, en niet alleen vanuit Amerika! Dinsdagavond (Nederlandse tijd) hadden een aantal Nederlandse collega’s over en weer getwitterd met onze collega’s in Amerika. Vragen, discussies, links en tips werden over en weer geplaatst. Geënthousiasmeerd door al deze berichten kan ik niet wachten tot de volgende sessie begint.

Wegens het tijdsverschil begint de tweede dag van ELI woensdagavond. Dat komt goed uit, kan ik eerst mooi aan het werk.

Bij thuiskomst zet ik gelijk de computer aan en log ik vervolgens in met mijn twitter account. De eerste berichten vanuit Amerika, maar ook vanuit Nederland verschijnen gelijk op het scherm. Dankzij de handige tip van Hanneke kan ik gelijk live de sessie volgen. Zelfs meerdere tegelijk! Tevens ontdek ik dat de thuisblijvers oude sessies kunnen zien, waarbij de powerpoint slides ondersteund worden door beelden van de spreker. Wat een techniek! Ik plaats een twitter bericht en binnen nog geen minuut krijg ik alweer reacties terug. We voelen ons met elkaar verbonden, doordat we discussies, links en kennis met elkaar delen.

Bijna voel ik me schuldig, omdat ik na bijna twee uur moet afhaken, wegens pianoles. Zal ik afzeggen? Nee toch maar niet. Ik wens mijn collega’s nog veel plezier en sluit de computer af. Bij thuiskomst kan ik het niet laten om toch nog even de laatste berichten te volgen op mijn iphone. Ik check nog snel wat interessante links, zodat ik toch op de hoogte blijf.

Mijn ervaring: web 2.0 zorgt voor nieuwe mogelijkheden, nieuwe kansen om elkaar op een zinvolle manier te volgen en kennis met elkaar te delen. Het zorgt niet voor vervreemding en het missen van een wij gevoel, zoals Beatrix in haar kersttoespraak citeert met de woorden: “Technische vooruitgang en individualisering hebben de mens onafhankelijker en afstandelijker gemaakt. Om te kunnen mee-leven is tastbare nabijheid nodig. Echt contact ontstaat in daden en woorden. Maar zonder enig ‘wij-gevoel’ wordt ons bestaan leeg. Met virtuele ontmoetingen is die leegte niet te vullen; integendeel, afstanden worden juist vergroot”.

Voor mij maakte het niet uit op welke plek we in de wereld zaten: Capelle, Nijmegen, of Amerika. Web 2.0 zorgt voor betrokkenheid, verbondenheid en een echt 'Wij gevoel'. Het vergroot niet de afstand, maar verkleint juist de afstand.

donderdag 21 januari 2010

The world is open

Curtis Bonk, Indiana University
ELI Annual Meeting 2010

In his book, The World is Open: How Web Technology is Revolutionizing Education, Curt Bonk offers an intriguing look at 10 technology trends that he calls educational openers. When combined, the first letter of each opener spells the acronym WE ALL LEARN. This model helps make sense of the role of various technologies in open education and participatory environments, including e-books, podcasts, streamed videos, open courseware, online learning portals, social networking tools like Facebook and Ning, YouTube videos, wikis, and virtual worlds. Clearly, technology-based learning continues to open new learning pathways for all the connected learners of this planet. At the same time, thousands of organizations and individuals are sharing their course materials, expertise, and instructional ideas globally, thereby expanding learning opportunities and resources even further. As this occurs, members of the media, politicians, educators, students, parents, and others are asking important questions about the quality of such contents.

Dit zijn de 10 trends die Bonk onderscheidt:
  1. Web Searching in the World of e-Books
  2. E-Learning and Blended Learning
  3. Availability of Open Source and Free Software
  4. Leveraged Resources and OpenCourseWare
  5. Learning Object Repositories and Portals
  6. Learner Participation in Open Information Communities
  7. Electronic Collaboration
  8. Alternate Reality Learning
  9. Real-Time Mobility and Portability
  10. Networks of Personalized Learning
Bonk illustreert elke trend met aansprekende voorbeelden in het onderwijs. Zijn boodschap is dat het hoger onderwijs als gevolg van deze ontwikkeling snel verandert.

Presentatie is beschikbaar op trainingshare.com

"Anyone can now learn anything from anyone at anytime."

MyUOC een open leeromgeving

ELI 21-1-2010
Eva De Lera Universitat Oberta de Catalunya

Is een omgeving om eens wat intensiever naar te kijken als het gaat om onze nieuwe portaal.
Misschien ook wel als het gaat om de aanpak!

Zelf proberen? - - > http://www.uoc.edu/portal/english/ met
Username: educause, Password: eli

MyUOC de nieuwe open-source online learning environment van/voor the Open University of Catalonia. The innovative open-source environment, based in standards, aims to promote and establish flexibility and interoperability in the educational community (filmpje over MyUOC te vinden op de website van UOC.

Topics:
- user centered design (waarbij elke user specifiek en dus anders is)
- emotional asects
- technical aspects

User centered design: Het deel van de lezing ging over het bouwen van het systeem.
Een heel zwaar accent alg bij het horen en betrekken van gebruikers (participatory design).

Emotional aspects: sleutelwoorden: motivate, engage, communities. Er wordt erg veel aandacht besteed aan het geven van een 'thuis'- 'er bij hoor' gevoel van zowel student als docent. (speciaal hiervoor zijn 'enjoy-guidelines ontwikkeld). Als engaging elements zag ik: de vele keuzemogelijkheden van functionaliteiten (widgets) voor de gebruiker, humenizing elements, having control, 'cool elements' (dus steeds het allernieuwste beschikbaar), mogelijkheden om externe modules toe te vegen , eenvoudig drag & drop en dergelijke .... ofwle choose, choose, choose & endless oportunities.

Technological aspects: service oriented architecture (ontwikkeld samen met MIT), koppelbaar met andere leeromgevingen (als saccai en zo) en nog een paar dingen die ik niet meer gevangen heb.

En tot slot:

woensdag 20 januari 2010

Educational gaming

Penn State University

ELI Annual Meeting 2010

In de Pennsylvania State University wordt het gebruik van games actief bevorderd vanuit een centraal universiteit-breed initiatief, de Educational Gaming Commons (EGC).
EGC is een centrale eenheid die ontstaan is in 2007 omdat er bij Penn State geen gaming majors of gaming faciliteiten waren, terwijl er bij docenten en studenten wel interesse was om games te gebruiken en iedereen lang elkaar heen werkte. Het budget is ongeveer $ 70,000 per jaar.
Het doel is om een community van gebruikers te creeren en een fysieke en virtuele omgeving te creeren om de brede invoering van games te faciliteren.
De activiteiten bestaan uit game design samen met docenten, consulting, verzorgen van een infrastructuur, onderzoek en ondersteunen van cursussen. De totale staf bestaat uit iets meer dan 2 fte (5 personen). er wordt samengewerkt met commerciele bedrijven.

In de labomgeving staan alle drie de "grote" game-consoles (Xbox, PS3 en Wii), 5 grote flatscreenschermen, 8 high-end pc's. Geen Mac's omdat die niet zo goed met de commerciele gamesoftware werken!!!!!!
Er zijn veel commerciele PC-games aanwezig (World of warcraft etc). Ook game-authoring software: Source, Alice (CMU), Scratch (MIT), XNA Studio Express, Warcraft 3 editor.

Games worden gebruikt in cursussen, in onderzoeksprojecten, maar ook informeel door studenten. (voor fun). Na 2 maanden waren er al 1300 unieke bezoekers geweest.

Projecten portfolio: Engagement rewards, via een proposal aanpak waarbij er 2 worden geselecteerd, 1 commercieel en 1 design, die elk $ 5,000 krijgen.

Voorbeeld:

Muziek onderwijs via Guitar Hero projecten voor studenten die worden opgeleid als muziekleraar. Doel is om deze studenten bekend te maken met de leefwereld van hun toekomstige leerlingen, hoe zij via games muziek maken. EEn van de conclusies is dat je op deze manier de verbinding maakt tussen schoolactiviteiten en vrije tijdbesteding en dat werkt erg goed.

Een designproject: Chemblaster, een speciaal voor een on line scheikunde cursus ontworpen spel. Dit spel is ontworpen om studenten op een speelse manier het periodiek systeem te leren kennen.

SimHealth wordt gebruikt om een beleid voor gezondheidszorg te ontwikkelen.

Er wordt ook veel met virtuele werelden als second life gewerkt.

Een spel als world of warcraft wordt gebruikt om buitenlandse studenten Engels te leren. De ervaring is dat dit sneller gaat door de aanwezigheid van een context.

Spellen die bouwprojecten simuleren etc etc.

Incidental Openness: Exploring Stories of Education in the Open

ELI, 20 januari 2010

"Incidental openness can happen. Institutional mandates typically create initiatives that are weighed down by policy and inefficiencies. At Penn State we have seen an explosion of openness due to the implementation of new platforms for use in teaching and learning. With these platforms in place, we have worked to rethink concepts such as e-portfolios, faculty development, collaboration, OER, and course management systems. During this session, we will describe what Penn State has done, show examples of the impact on teaching and learning, and provide an open forum to discuss our approach and practice to generating open teaching, design, and learning." (door Cole W. Camplese, Director, Education Technology Services, The Pennsylvania State University and Allan Gyorke, Assistant Director, ETS, The Pennsylvania State University)

Hoewel ik niet op de ELI Annual meeting in Austin, Texas ben maar gewoon thuis in Capelle a/d IJssel toch een bijdrage over één van de presentaties op de ELI-conferentie. Een deel van de presentaties is namelijk live te volgen via internet (en trouwens ook later on-demand), te vinden op http://educause.mediasite.com/mediasite/Catalog/pages/catalog.aspx?catalogId=7e668ea5-7ef5-4227-b2da-dab47d4079d4 . Deze specifieke presentatie van Penn State is te vinden via http://educause.mediasite.com/mediasite/SilverlightPlayer/Default.aspx?peid=337189adafcd46a1918fe62d051c056f .

Het thema van deze presentatie is eigenlijk de filosofie van Penn State: 'Open is winning'. Met MIT als het grote voorbeeld zijn zij fervente voorstanders van het openstellen van content en ander materiaal via internet. In hun presentatie werd een (groot) deel van de tijd besteed aan de uitleg over hoe zij omgaan met portfolio's van zowel studenten als docenten/faculty. In tegenstelling tot wat veel onderwijsinstellingen doen, namelijk gebruik maken van standaard eportfolio-voorzieningen (zoals die binnen Blackboard), geven zij zowel docenten als studenten de mogelijkheid een portfolio in te richten in de vorm van een blog. (Kijk voor meer informatie hierover ook op http://tlt.its.psu.edu/about/news/2009/eportfoliosite en op http://portfolio.psu.edu/). De portfolio's die studenten/docenten op deze manier maken kunnen bij vertrek van Penn State ook meegenomen worden!
Het meest opmerkelijke feit rond deze portfolio's wat werd vermeld vond ik eigenlijk wel dat studenten de keuze hebben hun portfolio op public of private in te stellen en dat vervolgens slechts een zeer klein aantal kiest voor private(80 versus 18.365 public)!
Hoewel er nog veel meer te zeggen valt over deze presentatie vond ik deze manier van omgaan met portfolio's eigenlijk toch het meest interessante onderdeel. Voor meer informatie raad ik iedereen die geïnteresseerd is aan de hele presentatie te bekijken. Het is een enthousiast verhaal uit de praktijk over 'openness' waar we als Avans zeker ons voordeel mee kunnen doen.

(In één van mijn Tweets rond deze presentatie meldde ik al een fan te zijn van Penn State. Dat heeft te maken met eerdere bezoeken aan presentaties van Penn State op EduCause. En ook deze presentatie nodigt uit het werk aldaar wat intensiever te volgen!)

Instructional Intentions and the realities of practice

ELI 20-1-2010 11.30
Ondertitel: Faculty perspectives of learning in the web 2.0 environment

Ervaringen van docenten van de School of Education van de Virginia Commonwealth University.

In deze lezing werd door verschillende docenten hun ervaringen gedeeld, waarbij de grondkleur was:
- wij hebben de overtuiging dat de studenten hier wel mee moeten werken in het belang van hun toekomst
- wij hebben de overtuiging dat het gebruik van het instrument absoluut een onderwijskundige meerwaarde heeft
- wij hebben in onderwijskundige zin goed nagedacht over het gebruik van het instrument in de onderwijs- leerprocessen en hebben zelfs een deel daarvan herontworpen.

Het pakt regelmatig gewoon goed uit en is er sprake van echte meerwaarde (wat ook onderzoektechnisch onderbouwd wordt) en tegelijkertijd pakt het toch echt regelmatig heel anders uit dan volgens onze overtuiging en verwachting en valt het enthousiasme en de (vrijwillige) participatie van studenten tegen (gelukkig zijn er ook voorbeelden waar blijkt dat studenten het bijna bevlogen oppakken en er als het ware mee aan de haal gaan).
Een deel lijkt te maken te hebben met
- de nog steeds onvoldoende vaardigheden van studenten (eLiteracy) [er is veel meer ondersteuning nodig dan ooit gedacht]
- de noodzakelijke grotere aandacht voor hoe een en ander gebruikt wordt ... en dan gaat het om vaardigheden als, reflecteren, onderling feed-back geven, saen een artikel schrijven en dergelijke
- een context waarin het gebruik van technologie in ondewijs nog geen gemeengoed is
- een context warin de docenten nog niet 'waarachtig' zijn (vragen blogs van studenten en hebben er zelf geen, vragen getwitter en doen het zelf niet, hebben zelf geen eportfolio, maar vragen het wel aan studenten, willen studeten actief hebben in een wiki, maar zijn er zelf nauwelijks .. in ieder geval hun collega's en librarians niet ..)

Zelf in viertallen aan het werk om zelf antwoorden te vinden:
- studentmotivatie is een belangrijke driver voor succesvol toepassen
- sluit aan bij waarom de docent nu eigenlijk voor onderwijs koos en laat hem daaraan zijn kracht en motivatie ontlenen om verbeteringen aan te brengen en stappen te zetten ...
- en geef hem/haar vooral ook de ruimte om kleine stappen te zetten
- creeer kleine peer-groepen/learning communities zodat docenten vanuit die veilige omgeving kunnen uitproberen (en ook mislukkingen kunnen delen om tot verbeteringen te komen)
- kies niet te snel met technologie maar blijf bij waar we sterk in zijn ... pedagogy ... en werk dat vooral goed uit
- betrek studenten vanaf begin en zorg er voor dat je ze kent, hun behoeften kent er vooral voor dat de verwachtingen over en weer geexpliciteerd zijn en op elkaar afgestemd zijn
- doe zelf wat je de studenten vraagt te doen .....
- en zorg dat je vaardig bent in het gebruik van de technologie en dat student dus ook weet .
- ga niet teveel van vooronderstellingen uit m.b.t. ervaringen en vaardigheden van je studenten
- ....

Wil je zelf nog mee verder discussieren .... ga naar .... http://realitiesofpractice.pbworks.com/.

Using analytics to intervene with underperforming college students

ELI Annual meeting 2010

Deze presentatie gaat over de mogelijkheden die analyse van studentgegevens biedt om studenten die dreigen uit te vallen te identificeren en adequate maatregelen te treffen om dit te voorkomen.
Vooral door het gebruik van on line leren worden nu data van en over studenten vastgelegd die je voor dit doel kan gebruiken.

Vijf stappen in dit proces:
- ontsluiten van data (datamining)
- analyse en monitoring van performance
- uitvoeren van wat-als analyse
- ontwikkelen van voorspelmodellen
- inrichten van automatische triggers.

3 voorbeelden:

Purdue university heeft een systeem ontwikkeld met de naam "Signals" op basis van data in Blackboard en het SIS en nog overige data om studiesucces te voorspellen. Welke factoren bepalen succes? Academic preparation + performance + effort. Op basis van de voorspelling worden op studentniveau interventies gepleegd. Studenten ontvangen via Blackboard signalen en adviezen. Er is een duidelijk meetbaar effect op de studieresultaten.

Universiteit van Maryland:
Opvallend is dat er een duidelijke correlatie is tussen de tijd die studenten in Blackboard doorbrengen en het cijfer dat ze voor de cursus halen. De student krijgt on line informatie via een knop in Bb over de eigen inspanning (gemeten in uren activiteit in Bb) tov die van andere studenten (het gemiddelde) én over het eigen cijfer tov dat van de anderen.

Grand Rapids Community College:
Deze instelling gebruikt de tools van het "Project Astro" om de data in Bb te ontsluiten. Project Astro heeft een Building Block opgeleverd dat standaardrapportages levert over gebruik van Blackboard in de vorm van tabellen en grafieken op verschillende niveaus van cursus tot individuele student.
Voor de signalering van risico-studenten gebruikt men Starfish early alert. Dit systeem kan automatisch signalen genereren, maar er kan ook handmatig door een docent een signaal worden ingegeven.

"Starfish EARLY ALERT is an early warning and student tracking system that makes it possible for your institution to easily identify at-risk students before they withdraw."








Born Digital

ELI 20 januari 2010 08.30 Genaral Session
John Palfrey; Harvard Law School.

Niet onbekend verhaal voer de generatie leerders die geboren zijn met nogal wat digitale technologie, klaar voor intensief gebruik, om zich heen.
Meegewerkt aan onderzoek en boek geschreven: Born Digital, understanding the first generation of digitalnatives (zie http://borndigitalbook.com/).

Bij http://www.digitalnative.org/ is de essentie van zijn verhaal te vinden. De moeite waard om wat verder te spitten.

Hij had ook nog een aardig filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=79IYZVYIVLA

Stanford's Wallenberg Hall


ELI Annual Meeting 2010

Stanford heeft in 1997 besloten een "learning lab" in te richten om docenten de gelegenheid te geven om te experimenteren met nieuwe technologieen. Dat lijkt dus wel wat op de plannen die wij met een docentencentrum hebben. Het is wel wat groter opgezet met een budget van ettelijke miljoenen dollars. In 1999 is het project daadwerkelijk gestart met de bouw van de Wallenberg Hall, die in 2002 geopend is.
Bij het ontwerp is als uitgangspunt gebruikt dat de gebruiker centraal staat in het ontwerpproces. Verder dat je moet leren van je fouten en dan snel het ontwerp aanpassen. En werken in teams.
Doelen van het project:
- flexibele ruimtes (lokalen) die samenwerking ondersteunen
- infrastructuur die niet snel obsoleet wordt
- voorzieningen die door de gebruiker zelf worden bediend (geen ondersteunende staf nodig)
- geschikt voor gebruik van media
- geschikt voor onderzoek.
Dus toch niet wat wij voor hebben, maar gewoon een gebouw waarin onderwijs wordt gegeven, maar waar dan wel de nieuwste technologieen gebruikt kunnen worden. Voor Amerikaanse begrippen dus al heel spectaculair.
Voorbeelden zijn voorzieningen gericht op:
- Design sudio
- programma voor schrijven en retoriek
- team-based design innovataion
- Japans (talenonderwijs)
- Veiligheid en terrorisme.
Kenmerken van de ruimtes:
- comfortabele meubels (losse tafels en stoelen)
- whiteboards
- flipovers
- smartboards met de mogelijkheid om het denkproces vast te leggen (2 naast elkaar)
- laptops aanwezig en stopcontacten.
In het gebouw zijn een viertal kleine lokalen ingericht (20 studenten), maar ook een grote zaal met dezelfde inrichting en waarin ook een assistent (instructional technologist) aanwezig is om de docent te helpen.
Belangrijk leermoment: Wallenberg hall is niet zomaar een gebouw maar een sicoaal-technisch systeem?!
Kortom voor Amerikaanse begrippen een geweldige innovatie en een mooi voorbeeld van wat je met een hoop geld kan doen.

Twitter Symbiosis: A Librarian, a Hashtag, and a First-Year Seminar (Innovative Practice)

ELI 19 janauri 2010: 16.00

Baylor University: W. Gardner Campbell (director academy for teaching and learning), Ellen Hampton Filgo (eLearning Librarian), Alexis Rae Tracy.

Presenatatie over gebruik Twitter als onderdeel van het gebruik van een blog over onderwijs betreffende gebruik media.

Campbell gebruikt voor de class een 'moederblog' met daarin alle courseinformatie en communicatie. Onderdeel van de 'moederblog' is de verzameling blogs die de studenten gebruiken mbt de course.
Hem werd de suggestie gedaan eens te kijken of Twitter een zinvoll aanvuling kan zijn binnen de class en dus de 'moederblog'.
Zo gezegd zo gedaan: Twitter werd onderdeel van het geheel. de eLearning librarian werd actief betrokken.

Belangrijk: gebruik #hashtag zodat de twitterstream die de course betreft ook als twitterstream in de 'moederblog' zichtbaar wordt en gearchiveerd kan worden! zonder dit, gaat het hele effect verloren ....

Effect:
- communicatie werd een stuk heftiger. Vooral de librarian bleek dank zij de twitters veel beter in staat de goede verwijzingen en bronnen en ook nog eens eerder te geven. Belangrijke bijdrage aan uitvoeren research door studenten.
- het twitteren leverde een bijdrage aan de ontwikkeling van het gevoel van de deelnemers dat ze een echte learning-communicty vormde (dankzij het getwitter, waarbij ook de librarian echt actief was, werd de librarian (voor het eerst) echt onderdeel van de class (dus learning community).
- het fenomeen 'conference-tweeds' werd gebruikt om ook actieve betrokkenheid te vergroten bij mini-lectures, discussies en presentaties (van zowel docent als student). Het is dan alsof de klas met elkaar op de achtergrond aan het fluisteren is, waarbij iedereen meedoet en aanvullingen en kanttekeningen uitwisselen, wat het leerproces weer verder verrijkt)

Er werd geopperd: twitter is als sms-en op het internet ... vraag (van Hanneke via Twitter ;-D , want dat deden we tijdens de presentatie) ... vindt de student dit ook?

Verder de belangrijkste conclusie: BE THERE !!!!! ofwel als je bloggen of twitteren of wiki's of zo gebruikt in je onderwijs .. gebruik het dan ook als docent zelf actief! Alleen dan neemt ook de student het serieus.

p.s. Hanneke had in een twitterreactie nog een link naar een goed verhaal hierover van Cambell. Hanneke wil je die link in een reactie op dit stukje vanuit ELI geven?

Horizon report 2010

ELI 2010: de jaarlijkse presentate van het Horizon 2010 report tijdens ELI, 19 janauri 2010 17.00 uur.

Om nu net alles over te typen, hierbij de URL waar het gehele rapport + samenvatting. Bestuderen is zeke de moeite waard.

www.nmc.org/publications/2010-horizon-report

dinsdag 19 januari 2010

Digital Histories for the Digital Age: How do we teach writing now?

ELI 19 januari 2010: 13.00 door William G. Thomas III, University of Nebraska.

Naar uitvoering een saaie lezing. Inhoudelijk had hij wel en paar punten (niet echt schokkend voor ons).

Essentie: de betrokken docent gooide zijn bestaande aanpak van het geschiedenisonderwijs overhoop om te bereiken dat de studenten echt als historicus te werk leerden gaan. Daarvoor was nodig actieve betrokkenheid student realiseren ... dus geef de student een rol en laat hem een bijdrage leveren ... wat Web 2.0 tools mogelijk maken.

Idee: gebruik een wiki om studenten actief met bronnen aan de slag te laten gaan en samen tot conclusies te laten komen.

Resultaten:
1) Docent: meteen al zijn eigen conclusie dat hij zijn onderwijsproces grondig moest herinrichten (aantal keer 3 uur collega zou niet meer kunnen) - - > resultaat:
- boek wég,
- lange inhoudelijk colleges vervangen door serie kleine webcolleges en serie 'how to ...' en 'inspiratie' sessies ter ondersteuning van de werkprocessen van de studenten,
- rol docent geevolueerd tot die van coach en moderator van werk in ontwikkeling en ook naar ontwerper, uitlokker en faciliteerder van leerprocessen.
- assessments moesten volledig heringericht worden.
2) Student:
- student veel intensiever betrokken en er is sprake van 'diep', intensief leren
- op natuurlijk manier ontwikkeling van kritisch denken (beoordelen van bronnen en geconfronteerd worden met copien van copien en bewuswording van complexiteit van onderwerp (indit geval historie))
- ging niet zonder redelijk intensieve digitale samenwerking studenten onderling.
- eLiteracy belangrijk.

Mijn analyse:
bevestiging van wat er eigelijk al geweten is ... maar toevallig bracht hij het WEL in praktijk.

Fair Use in Teaching & Learning, the best practices model

Pat Auferheide, Center for social media, American University

ELI Annual meeting 2010

De “Code of best practices in fair use for media literacy education” maakt duidelijk wanneer studenten en docenten materialen waarop copyright berust, zonder toestemming of betaling mogen gebruiken in onderwijs-projecten.

De code is gepubliceerd op centerforsocialmedia.org/medialiteracy.

Een soortgelijke code is ontwikkeld voor het gebruik van film, de “Documentary Filmmakers’ code of best practices in fair use”, te vinden op centerforsocialmedia.org/fairuse.

Deze code is bedoeld voor makers van documentaires die materialen met copyright willen gebruiken.

Doel van beide codes is het weer in evenwicht brengen van de belangen van de copyright-houder met die van gebruikers van informatie op basis van fair use.

In de VS wordt het werken op basis van fair use ook door de wet geaccepteerd. De codes hebben duidelijk gemaakt wat hieronder moet worden verstaan.

Sita: Student Instructional Technology Assistants

ELI: 19 janauri lezing 14.45
Thema is: studenten assisteren docenten bij het gebruik van technologie in het onderwijs.

Het inzetten van studenten met ervaring als adviseur/coach van docenten wordt binnen de universiteit van IOWA als serviece aan de docenten aangeboden. Hiervoor is een degelijk stukje organisatie ingericht. De verzoeken van de docenten worden in een systeem (Pipeline (PMF)) gevangen als project (dus inclusief allerlei projemanagement dingen).

Relevante info is te vinden op:http://its.uiowa.edu/sita.

SITA is door de studenten als service erg professioneel opgezet.

Communicatie en interne marketing en goed accoutmanagement belangrijk.

Skills (van de studenten) for succes:
- provide encourangement
- proper perspective on rol (want we blijven! studenten)
- kwowledge of technology (ook over wat er buiten de Uni bestaat en gebruikt wordt)
- knowledge of pedagogy (is op universiteit in de regel wat eenvoudiger, omdat ze nu eenmaal vaak studenten onderwijs laten verzorgen).
- LUISTEREN
- VRAGEN EN DOORVRAGEN
- SAMEN met de docent tot een werkende oplossing komen (= vaak wat anders dan het technologie idee dat ze al hadden toen ze met hun vraag kwamen).

Na intake - -> planning (vaststellentimeline, resources, milestones, .... begin with the end in mind) - - > Memo of understanding (ofwel het contract met: objectives are clear and in writing, framework for implementation phase, security for the client) --> uitvoering --> en oplevering (inclusief evaluatie, niet alleen de docent, maar ook zijn studenten) = standaard vragenlijst.

Manier:
- een lerende manier ofwel ... equip and empower the client, create a culture of innovation.
- SITA is a TEAM effort (ofwel als helpende student sta je er nooit alleen voor, je hebt SITA collega's, beter nog je werkt altijd met tenminste tweetallen)
- ongoing review (op afspraken en voortgang en halbaarheid beogde resultaten) en status reports.

Uit evaluatieresultaten van de laatste 3 blijkt dat 85% van de clienten bijzonder tevreden waren over: (evaluatie resultaten te vinden op hiervoor gegeven website)
- betrouwbaarheid SITA en gestructureerde projectmatige aanpak
- de bruikbaarheid van de dienstverlening door SITA en meerwaarde voor het onderwijs.

Mijn conclusie: absoluut de moeite waard op te kijken hoe we dit in aanvulling op ons 'docentencentrum ook kunnen realiseren)